Richter’s semantische kwestie. ~ column

In deze reeks ontrafelt Alexandra Crouwers het kunstjargon.
Verschenen in H ART Magazine #175, november 2017


Voor de omslag van het doorwrochte naslagwerk ‘Gerhard Richter. Editions 1965 – 2013’ wordt een klein werk van 12 x 12 centimeter uit 2000 gebruikt. Het is een foto van Firenze, genomen vanaf het water. Op de foto is verf aangebracht.

Uitvergroot op de voorkant van het boek liggen de structuren van foto en verfsmeersel zo ver van elkaar af, dat het lijkt alsof het beeld digitaal is gemanipuleerd. Behalve onderin het beeld, waar een paarse olieverfvlek de indruk wekt op het water te drijven. Daar raken de twee media elkaar. Het geheel heeft een merkwaardig ruimtelijk effect.

De catalogus telt 334 pagina’s, waarvan de helft vooral uit tekst bestaat. In het boek worden thematisch Richter’s edities beschreven. Zo zijn er de kopjes ‘nanotechnological visualisations’, ‘family portraits’, ‘painting from photographs’ en ‘painting on photographs’ – waar het omslagbeeld onder valt.

‘Painting on photographs’ is te vinden op pagina 114, en als de lezer het door de extensieve analyse van werkelijk elke scheet van Richter al niet is gaan duizelen, dan lijkt het hier wel alsof de auteurs zelf er eigenlijk ook geen zin meer in hebben. De eerste alinea van ‘Painting on photographs’ luidt als volgt (dit is een vertaling uit het Engels):

“Een andere, veel directere aanpak van de confrontatie tussen het schilderen en fotografie wordt gevonden in Richter’s ‘overschilderde foto’s’. Omdat de foto’s in deze werken niet langer als ‘bewaarde beelden’ dienen, en omdat het aanbrengen van verf een intentionele daad van schilderen in slechts een beperkte zin is, zou de term ‘overschildering’ met voorzichtigheid moeten worden gebruikt.”

Vermoedelijk willen de auteurs iets zeggen over de verandering van een foto zodra Richter er verf aan toevoegt, en dat de schilder eigenlijk niet echt op de foto’s schildert in de traditionele, schilderkundige zin. Gelukkig volgt daarop de verfrissend eenvoudige constatering:

“In het algemeen zijn de werken in kwestie foto’s waarop olieverf zit.”

Toevallig is dat nu precies wat ik zelf zie als ik naar de afbeelding kijk. Hier had de tekst over Richter’s ‘foto’s met verf erop’ mogen eindigen. Desondanks volgen vier pagina’s uitputtende analyse van de drie hoofdmethoden van de schilder om olieverf op zijn foto’s te krijgen. Respectievelijk: Richter legt een foto op zijn palet natte verf en drukt hem aan, hij smeert de foto over zijn palet, of hij veegt zijn spatel eraan af.

Hoe dan ook: het zijn foto’s met verf erop, die slechts met uiterste bedachtzaamheid – het lichtjes scheef gehouden hoofd, de hand die de kin vastneemt, de frons op het gelaat, de getuite mond – ‘overschilderde foto’s’ genoemd mogen worden.

Zou bij eventuele nalezing van de catalogus Gerhard Richter zelf er niet – heel voorzichtig – om hebben moeten lachen?